Leerproductie in Europa
Europa is wereldleider op gebied van de export van halffabricaten in leer en de Europese looiers zijn het meest gewild als het gaat om de productie van luxe producten en hoge kwaliteit. Daarmee zetten ze een standaard voor merken en voor kwaliteit.
De verdeling van het in Europa geproduceerde leer is als volgt:
Schoenen 41%
Interieur 17%
Auto-industrie 13%
Lederwaren en accessoires 19%
Kleding 8%
Anders 2%
Concurrentie met alternatieven voor leer
Waar wereldwijd de markt voor leer nog altijd toeneemt lijken de markten in West Europa meer druk te voelen met de opmars voor alternatieven voor leer. In meubels, accessoires en schoenen zien we een afname in de toepassing van leer. De exacte oorzaak laat zich nog niet volledig duiden. De branche heeft wel vaker trends tegen gehad. Deels is het modebeeld maar het is ook de prijs. Door de intense discussies over de milieu impact van veeteelt en de productie van leer heeft de industrie het imago tegen en gaan de kosten juist omhoog. De kosten voor looistoffen zijn flink gestegen maar ook investeringen in een meer circulaire productie en kwaliteit zorgen voor de prijsstijgingen.
Er zijn in Nederland voorbeelden in de meubelindustrie van een afname in toepassingen met leer van 51% in 2018 naar 18% in 2024. Toepassingen met stof is juist gestegen van 8% naar 34%.
Wereldwijd is er een vergelijkbare verschuiving te zien maar minder extreem. Ook de maakindustrie in Oost-Europa is steeds moeilijker in staat om lederen producten te maken voor een prijs die een retailer ervoor wil betalen. Het risico is dat er een sneeuwbal effect ontstaat. Hoe minder zichtbaar lederen meubels in de winkels zijn hoe minder snel consumenten hiervoor zullen kiezen.
Vleesconsumptie en leerproductie
De leerproductie is nauw verbonden met de vleesproductie en de veeteelt. Een afname in vleesconsumptie impliceert automatisch dat er minder huiden beschikbaar zijn voor de looi industrie. In de praktijk is dit in de afgelopen eeuw nog niet voorgekomen. Zelfs in de hoogtij dagen van de leerindustrie blijft minimaal 20% van de huiden ongebruikt. De trend in vleesconsumptie in Nederland is iets verschoven. Gemiddeld eten Nederlands een kilo vlees minder per jaar. 31% eet nooit een vegetarische maaltijd, 43% eet 1 of 2 dagen in de week een vegetarisch maaltijd, 22 % eet vlees en drie dagen in de week een hoofdmaaltijd zonder vlees of vis, 2% eet geen vlees en wel vis en 0,5 % geheel volledig plantaardig. De trend in vleesconsumptie is daarmee niet dusdanig dat het noodzaakt tot een afname in leerproductie.
- Bron: Gezondheidsenquête / leefstijl monitor CBS i.s.m. RIVM en Voedingscentrum.
Antwoord op deze trend: Kiezen voor een andere looi-methode maar ook het hergebruik en ontwikkelingen in toepassingen van reststromen bieden perspectief voor een impact neutrale productie.
Om rationeel het hoofd te bieden aan de trends is het belangrijk de milieu impact te wegen. NIBE -experts in sustainability voert in samenwerking met BureauBrems en in opdracht van Stichting Cirqleer LCA (life cycle assesment) vergelijkingen uit voor de leersector en leervervangers. Informatie over de alternatieven voor leer blijken over het algemeen erg moeilijk te verkrijgen. Wel is duidelijk dat de leervervangers gebruik maken van pvc en polyester en er is nog weinig te zeggen over hergebruik, lange termijn gebruik en gebruik van reststromen. De leerindustrie is in dit opzicht al meer volwassen: er is veel kennis beschikbaar over de looiprocessen en looistoffen. Er zijn ook alternatieven methode van looien ontwikkeld die het milieu minder belasten. Alleen is deze bestaande kennis zelden terug te zien in de gevoerde productie. Het is veelal moeilijk om binnen bestaande ketens om te schakelen op andere systemen en onmogelijk zonder een samenwerking tussen de looierijen en afnemers. Het is daarbij ook makkelijker en goedkoper om gebruik te maken van reststromen uit de petrochemische industrie en te werken met chroom. De LCA onderzoeken geven veel inzicht in hoe in de leerproductie de milieu impact kan worden teruggebracht. Ze onderschrijven ook eerdere vindingen van de Universiteit Wageningen dat de keuze voor innovatieve looi methodes een groot verschil zal maken voor de milieu impact in de sector. Vanuit Green Deal Leather werkt de industrie in negen verschillende landen binnen de EU samen met als doel de milieu impact naar nul terug te brengen en veiligheid op de werkvloer te zekeren.
Traceerbaarheid brengt de toekomst van leer dichterbij huis.
Voor de inrichting van een circulaire keten is traceerbaarheid en inzicht in de herkomst van grondstoffen noodzakelijk. DE EUDR (European Deforestation Regulation) zet een belangrijke stap in deze richting: Het verplicht bedrijven die producten importeren met leer, in kaart te brengen wat de origine van de producten is. Deze richtlijnen gaan op 31 december 2024 in werking. Met aandacht voor traceerbaarheid en circulariteit ontstaat de kans dat de maakindustrie ook terug naar Europa beweegt.
Circulair leer: Kansen voor samenwerking tussen leerproducenten en merken
In de keuze voor een innovatief looisysteem gaat het naast productkwaliteit en efficiëntie ook om hergebruik van reststromen. Er is een grote behoefte aan het ontwikkelen van toepassingen van restleer en met de ontwikkeling van circulair leer en meer transparantie kan de sector een positieve impuls geven en de ontwikkeling van een maakindustrie stimuleren.
In Nederland zijn MidPoint Brabant, TheBin, MaterialSense, en Stichting CirQleer gezamenlijk actief met het ontwikkelen van producten uit reststormen in samenwerking met het bedrijfsleven, onderwijs, en ontwerpers. Coalitie samenwerking tussen de leerproducenten en merken blijkt noodzakelijk voor het hervormen van de sector en het daadwerkelijk invoeren van nieuwe kennis binnen productie processen.