Medezeggenschap stelt werknemers in staat om invloed uit te oefenen op de gang van zaken en het beleid in de onderneming waarbinnen zij werkzaam zijn. Door medezeggenschap worden medewerkers betrokken bij de totstandkoming van besluiten. Andersom ontvangt de werkgever via medezeggenschap belangrijke informatie van medewerkers.
Taken
Voorbeelden van taken van een medezeggenschapsorgaan zijn om er voor te zorgen dat:
- Er voldoende werkoverleg is;
- Er goede arbeidsomstandigheden zijn;
- Werknemers gelijk worden behandeld en beloond.
De Wet op de Ondernemingsraden regelt medezeggenschap van werknemers. Op grond van de wet dient een onderneming een ondernemingsraad (OR) in te stellen als er meer dan 50 personen werkzaam zijn binnen de onderneming. Ook kunnen onderneming met tenminste 10 maar minder dan 50 werknemers een personeelsvertegenwoordiging (PVT) instellen. Dit dient twee doelen:
- Het belang van het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen;
- Ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen.
Hiertoe overleggen de OR en de ondernemer geregeld met elkaar. De OR is hierbij enerzijds overlegpartner en denkt mee met de ondernemer bij besluitvorming. Anderzijds vertegenwoordigt de OR de belangen van de werknemer en brengt daarbij meningen en wensen van het personeel naar voren. Om invloed uit te oefenen heeft een OR verschillende rechten:
Adviesrecht
Als de werkgever een besluit neemt wat grote gevolgen kan hebben voor werknemer zoals een fusie, reorganisatie of grote investering dan heeft de OR een adviesrecht.
Instemmingsrecht
De werkgever moet de OR om instemming vragen voor het vaststellen, wijzigen of intrekken van personele regelingen. Dit zijn regelingen omtrent werktijden, arbeidsomstandigheden, opleidingen, functiebeoordelingen en ziekteverzuim.
Initiatiefrecht
De OR mag de werkgever ongevraagd voorstellen doen over alle sociale, organisatorische, financiële en economische zaken. Na overleg beslist de ondernemer hoe hij met het voorstel om wil gaan.
Recht op informatie
De OR moet van de werkgever informatie krijgen om haar rol goed te vervullen. Zo krijgt de OR bijvoorbeeld inzage in de jaarrekening, sociaal jaarverslag, beloningsstructuur en beleidsplannen.
In bedrijven met meer dan 100 werknemers mag de OR de beloningen en arbeidsvoorwaarden van het topmanagement inzien.
Aandeelhoudersvergadering
De OR heeft ook het recht om te spreken tijdens aandeelhoudersvergaderingen, hierdoor kan zij de belangen van werknemer vertegenwoordigen bij de aandeelhouders.
Rechten en bescherming OR-leden
De OR leden moeten minimaal 60 uur per jaar besteden aan werkzaamheden voor de OR. Er is geen maximum aan gesteld.
Ook hebben leden van de OR recht op scholingsverlof:
- OR-leden: 5 dagen scholingsverlof per jaar;
- Leden van ondernemingsraadcommissies: 3 dagen per jaar;
- Leden die lid zijn van de OR én van een ondernemingsraadcommissie: 8 dagen per jaar.
Over de scholing moeten de OR en de werkgever afspraken maken. De werkgever betaalt de kosten van de scholing.
Opzegverbod
De werkgever heeft een opzegverbod richting een OR-lid of wanneer een werknemer op de kandidatenlijst staat voor de OR. Het dienstverband kan wel gewoon eindigen als het een ontslag in de proeftijd betreft, de werknemer instemt, er sprake is van een ontslag op staande voet, er sprake is van bedrijfssluiting of bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Een OR-lid geniet een beperkte bescherming bij een bedrijfseconomisch ontslag.
Verplicht instellen OR
De wet schrijft voor dat een ondernemer die meer dan 50 werkzame personen in zijn onderneming heeft, een OR in moet stellen. Er staat echter geen sanctie op het niet instellen van een OR. Wel kunnen werknemers eisen dat de werkgever een OR instelt. Een rechter kan hier in het uiterste geval een dwangsom aan verbinden.
Wijzigingen WOR
Vanaf 1 januari 2022 is de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) op enige punten aangepast. Door de aanpassingen worden werknemers meer betrokken bij een Ondernemingsraad (OR) en zijn er minder belemmeringen om deel te nemen aan een OR. Hieronder de belangrijke wijzigingen.
Het actieve en passieve kiesrecht
De wettelijke termijnen voor het actief kiesrecht (stemmen voor een werknemer in de OR) en het passief kiesrecht (werknemer stelt zich verkiesbaar voor de OR) zijn ingekort. Werknemers kunnen dus eerder kiezen en gekozen worden.
De termijn voor het actief kiesrecht was ‘ten minste 6 maanden in dienst bij de werkgever’ en is geworden: tenminste 3 maanden.
De termijn voor passief kiesrecht was ‘ten minste 12 maanden in dienst van de werkgever’ en is ook geworden: tenminste 3 maanden.
De wet gaf al de mogelijkheid om via het OR-reglement de termijnen te verlengen of verkorten. Deze mogelijkheid blijft bestaan.
Uitzendkrachten
Uitzendkrachten hadden ook al de voornoemde kiesrechten, maar pas na een termijn van 24 maanden. Deze termijn is verkort naar 15 maanden.
Concreet betekent dit dat een uitzendkracht na de termijn van 15 maanden en de hierboven genoemde nieuwe termijn van 3 maanden (totaal na 18 maanden) de kiesrechten heeft.
Vaste commissie
Een OR kon en kan vaste commissies instellen. De regel was dat een meerderheid van de leden van een vaste commissie OR-lid moet zijn. In de praktijk hield dat in dat naast de deelname in de OR OR-leden ook nog vaak deel moesten nemen aan een vaste commissie. Dit werd als erg belastend aangemerkt (hoge werkdruk).
De nieuwe regel is dat er in een vaste commissie tenminste één OR-lid deelnemer is. De vaste commissie mag verder bestaan uit andere werknemers.
Tip: Mogelijk heeft de OR op grond van de wijzigingen van de WOR al aanpassingen doorgevoerd in het reglement. Wellicht zijn de wijzigen juist aanleiding om dat alsnog te doen, bijvoorbeeld voor de eerstvolgende verkiezingen. De OR dient erop te letten dat deze de ondernemer betrekt bij het vaststellen van een aangepast reglement.
Meer informatie
De Sociaal Economische Raad (SER) biedt ondersteuning, voorbeeldreglementen en andere voorbeelddocumenten aan voor ondernemers die een medezeggenschapsorgaan op willen richten of er mee te maken krijgen.